Afbeelding

Het boerenleven toen (1)

Algemeen

Onze boeren: zij hebben het moeilijk in deze eeuw. Vooral dit jaar wordt hen het mes op de keel gezet: de veestapel moet door het stikstofbeleid van onze regering drastisch worden teruggebracht. Velen zullen moeten stoppen. Een prachtige bedrijfstak dreigt ten onder te gaan. De boer die verknocht is aan zijn land, dieren en zijn werk van vele uren per dag en zeven dagen in de week is er de dupe van. Maar ze pikken het niet. Ze laten dat niet zomaar gebeuren. Het protest op de trekkers liegt er niet om.

Onwillekeurig denken we terug hoe het boerenleven in de vorige eeuw was. Dat doen we hier met de herinneringen in twee afleveringen van Bram Verweij, die zelf op een boerderij is geboren.

Een familieverhaal oftewel: Steeds weer op zoek naar de juiste klompen!

Met name de wat ouderen vinden het vaak leuk om iets te lezen over vroeger en de gewoonten van toen. Degenen die al langer in onze omgeving wonen zullen misschien nog namen herkennen. Bij andere lezers komen wellicht leuke herinneringen bovendrijven als ik iets vertel over het gezin waar mijn vader, Toon Verweij, deel van uitmaakte.

Mijn opa Bram is geboren op 5 juli 1870. Op 29 december 1893 is hij getrouwd met Grietje Erkel. Beiden zijn geboren in de Lange Ruige Weide en daar ging het jonge echtpaar ook boeren.

Vroeger waren grote gezinnen geen uitzondering, maar mijn opa en oma hebben het wel erg bont gemaakt. In een tijdsbestek van 23 jaar kregen zijn maar liefst twintig kinderen! Zover wij weten was een drietal kinderen niet levensvatbaar of heel jong overleden, het is ons ook bekend dat een meisje op jonge leeftijd is verdronken. Uiteindelijk zijn er zestien kinderen opgegroeid tot volwassenen.

Dit alles speelde zich af in een periode van crisis en grote schaarste. Elk dubbeltje moest worden omgedraaid en mijn oudste tante was al lang en breed het huis uit voordat haar jongste zusje werd geboren. In zo’n groot gezin kon het gebeuren dat een oudste kind zelf kinderen kreeg, maar daarna ook nog een broertje of zusje. Zo is mijn oudste neef geboren op 7 oktober 1915, zijn broer op 13 september 1916 en mijn jongste tante pas daarna op 14 januari 1917.

Mijn grootouders zijn uiteindelijk in 1903 verhuisd naar een boerderij aan de Goudse straatweg, even buiten Oudewater, destijds nog gemeente Hoenkoop. Opa en oma konden de boerderij pachten van een adellijke dame uit Den Haag, mevrouw Mijnlief, mijn ouders konden dat van hen overnemen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zag mevrouw Mijnlief er geen gat meer in, ze besloot om de boel te verkopen. Paniek bij mijn ouders want geld was er niet, een andere manier om brood op de plank te krijgen evenmin en in die onzekere tijden durfden banken nauwelijks leningen te verstrekken. Via de plaatselijke boekhouder Den Boon is er uiteindelijk in Stolwijk een particulier gevonden die een lening durfde te verstrekken.

Ik weet nog dat we elk halfjaar naar Stolwijk gingen om rente en aflossing te betalen, eerst op de fiets, later met de brommer, nog weer later met de auto.

Toen mijn ouders trouwden was het volstrekt normaal dat de grootouders ‘in bleven wonen’. Dat gold ook voor een mindervalide broer van mijn vader, oom Dirk. In plaats van samen in een mooi huis begonnen zij dus met z’n vijven in een oude boerderij. Tot diep in de herfst woonde men in het zomerhuis, ‘s winters met z’n allen in een piepklein keukentje waarin de potkachel stond, de voorkamer werd gereserveerd voor speciale gelegenheden.

Anneke Verweij schreef over de wel zeer bijzondere geboorte van haar vader Jan Pieter.

Geboren worden, is een riskante bezigheid. Het kan gebeuren dat er keuzes moeten worden gemaakt die verstrekkende gevolgen hebben. Keuzes die beslissen over leven of dood…

“Doe die maar weg, dat is een dooie”, zei de dokter naast de bedstee. Mijn vader werd in 1910 geboren als het tiende kind van Bram en Grietje Verweij. Het wurm woog nauwelijks meer dan twee pond. De baker pakte het kindje, begon het op te wrijven en legde het toen tegen de warme borsten van mijn grootmoeder aan. Na een tijdje kwam er leven in de baby en begon het te ademen. Er zouden na hem nog zes andere kinderen komen. Mij werd later verteld dat mijn grootmoeder zich het beste voelde als ze zwanger was…

Jaren later riep de dokter, wanneer hij mijn vader in het stadje tegenkwam: “Ha, dooie!” Iedereen had hier plezier om.

Op den duur hebben al mijn ooms en tantes hun eigen weg weten te vinden, in die tijd bepaald niet gemakkelijk. Velen konden iets vinden dat met het boerenleven had te maken, maar oom Piet werd schilder in Oudewater, oom Gijs had een eierhandel aan de Donkere Gaard en oom Wout een veevoederhandel aan de Goudse straatweg. Oom Giel werd vuilnisman in Rotterdam en oom Bram werd kaashandelaar in Woerden, enz., enz.

Als mijn vader jarig was op 3 februari probeerde iedereen van de partij te zijn op ‘de ouwe hof’. De gasten kwamen dan ‘s morgens rond koffietijd, van sommigen ging de pruim even in de vensterbank en na de koffie dronken de meeste mannen een stevige neut (brandewijn -al dan niet met suiker-, oude of jonge klare, soms ook een biertje). De dames hielden het vaak bij fris maar kozen ook wel voor een advocaatje -met slagroom! - of b.v. boerenjongens. Er stonden sigaren op tafel en er was keuze uit Engelse of Amerikaanse sigaretten.

Bouwen

Vóór het eten gingen de mannen even ‘bouwen’, dit hield in dat men even naar de stallen ging om het vee te bekijken. De vrouwen zorgden in die tussentijd dat de tafel werd gedekt en sommigen zagen kans om even iets te doen aan het meegebrachte handwerk.

Mijn moeder vond het een uitdaging maar ook spannend om voor die hele koppel heerlijk te koken, er werden schragen en kaasplanken gebruikt om iedereen aan een lange tafel te laten zitten. In die tijd kregen de meeste koeien een kalfje in februari of maart, dus als het meezat was er voor iedereen biest. Heerlijk glad ‘geweld’, bij die gelegenheid desgewenst ook nog met bitterkoekjes. Als er onverhoopt geen biest was dan was er altijd nog smoort, een lekkernij die werd vervaardigd van de room die op de ‘wei’ kwam drijven nadat er kaas was gemaakt.

Na het eten werd er een passend gedeelte uit de Bijbel gelezen en oom Giel rekende er al op dat aan hem zou worden gevraagd om met ons te danken. Hij deed dat niet met een formuliergebed zoals wij gewend waren, wel op een gedragen toon met onderwerpen die ons persoonlijk raakten. Aansluitend aan het eten was het altijd even rustig. Een aantal vrouwen ruimde de vaat op, de rest kneep even een oogje toe. Dat ging natuurlijk het beste als je in de ‘zorg’ zat, een grote luie stoel.

Het is heel bijzonder dat dit grote gezin, ondanks armoede en een grote verscheidenheid, tot het laatst toe in goede harmonie bij elkaar is gebleven. Zelfs ondanks het feit dat één van de zwagers ‘fout’ was in de oorlog en ook de keuze voor verschillende geloofsrichtingen heeft zeker voor spanningen gezorgd maar gelukkig nooit tot blijvende onenigheid. In 1975 is er voor de eerste keer een reünie georganiseerd voor mijn ooms en tantes, en voor hun kinderen met aanhang. Een feest met 150 (!) gasten bij restaurant De Roos. De plaatselijke harmonie was uitgenodigd om een ronde door het centrum van Oudewater te maken en we koesteren nog altijd de foto die toen is gemaakt terwijl we met z’n allen op de trappen van het stadhuis stonden (zie foto). De laatstgehouden reünie, op 10 mei 2019 in het zalencentrum, was uiteraard minder omvangrijk maar telde toch nog 47 gasten. Weer heel veel foto’s geschoten, onder andere met alle ‘Bram en Grietjes’. Van dit grote gezin is de jongste en tevens de laatst levende - tante Jans - in 2010 overleden. Einde van een markante en heel bijzondere generatie, ik vind het een eer om hun naam nog te mogen dragen.

In de volgende aflevering van ff z@ppen schrijft Bram over het boerenleven in die tijd.

De vorige afleveringen van ff z@ppen zijn gebundeld in zeven delen.
Waarvan de laatste twee in zwart/wit.

De rijk geïllustreerde boekjes zijn voor 17,50 in Oudewater te koop bij de Read Shop, de TIP en bij de schrijver zelf op De Cope 6.
Deel 5 staat geheel in het teken van de oorlog.

Wout van Kouwen

Familiereünie 1975.
Geboorteakte van Jan Pieter.
Bram Verweij en zijn vrouw Grietje Erkelmet hun zestien volwassen geworden kinderen.Bovenste rij: Freek, Gijs, Bram, Wout, Toon, Henk.Middelste rij: Dirk, Griet, Annie, Aantje, Jans, Piet.Zittend: Giel, Jaan, vader Bram, moeder Grietje, Lijn, Jan.