Afbeelding

Het boerenleven toen (2)

Algemeen

In de vorige aflevering schreef Bram Verweij in hoofdzaak over het boerengezin waarin hij opgroeide. Nu vertelt hij ons over het werk op hun boerderij in de vorige eeuw.

Twaalf koeien

Mijn ouders zijn begonnen met twaalf koeien, wat bijbehorend kleinvee, een schuur met twee stallen varkens, een hok met wat kippen en een klein aantal schapen. ‘s Winters stonden de koeien aan weerskanten van een ‘deel’ in het achterste deel van de boerderij, een touw om de kop (toen nog met horens!) dat werd vastgemaakt aan een horizontale balk. Later werd de balk vervangen door een verticale ketting met een beugel om de nek van de koe. Een hels kabaal als die beesten ‘s morgens vroeg eten kregen en wij nog even op bed mochten blijven liggen. Wij sliepen in een grote open ruimte op een zolder, deels boven de keuken maar voor ‘t grootste deel boven de koeien en in de zoldervloer stonden luiken op een grote kier om de warmte van de stal weg te kunnen laten trekken. Tegenwoordig weet men beter, een koe voelt zich veel beter bij kou dan bij warmte.

Kees

Wij hadden geen eigen stier, als een koe tochtig was gingen we met het beest aan de wandel naar de buurman die voor die gelegenheid ‘Kees’ van stal haalde. Na een korte wip gingen wij met koe weer huiswaarts en werd stier Kees weer stevig vastgebonden totdat zich een volgend karwei aandiende. Als je erover nadenkt al met al een saai maar toch ook een druk bestaan...

Er werd met de hand gemolken in een roestvrijstalen emmer, als een koe ‘uit’ was, werd de melk in een trechter (teems) gegoten, via een filter van watten liep het in een melkbus. Als alle koeien waren gemolken werden de bussen ochtend en avond aan de weg gezet zodat de melkrijder ze kon ophalen om naar de melkfabriek te brengen, voor sommigen was dat de plaatselijke VZ.

Buiten in de wei

‘s Zomers liepen de koeien in de wei, in ons geval werden ze tweemaal per dag opgehaald en in het koeihok vastgezet aan een muur met voergoot. Meestal stonden ze in een vaste volgorde, het leuke is dat de meeste dieren hun eigen plek opzochten. De dag begon als regel om een uur of vijf, bij de één wat eerder en de ander wat later. Mijn vader had ergens gehoord dat ‘t gezond was om op de nuchtere maag een rauw geklutst ei naar binnen te werken, dat is vrij lang zijn gewoonte geweest. Voordat wij naar school gingen werd van ons verwacht dat we het ‘koeihok gingen opscheppen’, dat betekende dat we de vlaaien die in grote getale waren achtergelaten op een mesthoop moesten scheppen.

Na verloop van tijd haalden we de koeien niet meer naar de boerderij, maar gingen we met paard en wagen het weiland in. Dan werden de koeien vastgezet aan de kar in plaats van aan de voergoot. Andere veehouders deden dat ook, onze directe buurman was de hele dag van slag als hij niet als eerste de polder in ging.

In de zomer ging de melk niet aan de weg maar werd er kaas van gemaakt. Een uiterst precies karwei dat bijna altijd bij de boerin neerkwam.

Kaasmarkt Gouda

Eén keer in de twee weken was de boog extra gespannen, mijn vader ging dan met de brik naar de kaasmarkt. Ons allerliefste paard Nellie werd dan van stal gehaald, voor de volgeladen kaasbrik gespannen om daarna onafgebroken in draf naar Gouda te gaan. Hoe dichter bij Gouda hoe meer paarden en wagens. Geen uitzondering als we werden ingehaald door een combinatie die van minder ver kwam of sowieso sneller was. Gevolg was een triomfantelijk gezicht van de snelle boer en een gedwongen lachje van de achterblijver.

Op de terugweg was er minder haast, ons paard wist exact waar zij het erf van mijn oma op mocht om even te drinken en te rusten en iets verderop was niets nodig om de draf op een vaste plek een poosje over te laten gaan in stapvoets lopen.

‘k Weet nog dat de ouderwetse brik werd vervangen door een, in onze ogen, luxe bandenwagen van Miedema uit Friesland, een beetje te vergelijken met de overstap van een Trabant naar een Mercedes. In die tijd kenden we geen luxe, we taalden er ook niet naar, het was al feest als vader van de markt koekkruimels mee nam.

De werf rijven (harken)

Op zaterdagmiddag werd alle onkruid verwijderd en de werf geharkt. Bij ons kon mijn moeder dat er nog wel bij hebben, aansluitend moesten wij ons dan ook helemaal wassen, we deden dat met een emmer redelijk warm water op de zolder waar we ook sliepen. Om zeven uur moest iedereen klaar zijn, netjes gekleed en haren gekamd, want dan kwamen meneer en mevrouw Den Boer (onze gemeentesecretaris die ook in veel boeken van Wout van Kouwen wordt genoemd) melk halen, zij vonden het heerlijk om die zo vers mogelijk te gebruiken.

Als we een plas moesten doen dan was dat voor mannen niet zo moeilijk, even naar buiten of - ‘s winters- achter de koeien. Voor een ‘grote boodschap’ of een plas voor de dames moest meer moeite worden gedaan. Via de deel naar buiten en daar naar de plee, een hok in het verlengde van de achtergevel. De ’oogst’ viel daar in een gierput die ook als afvoer voor de koeien diende. Om onze gat af te vegen gebruikten we bladen van de telefoongids of een tijdschrift.

Hooibouw

Hooibouwen gebeurde ooit voor een groot deel met de hand. Je moest daarvoor dagen achtereen mooi weer hebben, reden waarom elke dag om 12.30 uur naar het weerbericht werd geluisterd. Een dag vooruit voorspellen, kwam op den duur vaak uit, voor de lange termijn wist een boer het soms nog beter dan het KNMI in De Bilt. Als er al machines waren, dan werden deze soms gedeeld met de buren, in ons geval met de gebroeders Slingerland, men hielp elkaar dan ook met het binnenhalen. Als het hooi onvoldoende was gedroogd en te snel was binnengehaald, dan ontstond er in de berg broei. Je kon die aangename geur in de wijde omtrek vernemen maar als ‘t al te gortig werd dan kwam de brandweer peilen en moest de berg soms worden ‘uitgegooid’, de schrik van elke veehouder. Het mooie was wel dat iedereen uit de buurt, gevraagd en ongevraagd, kwam helpen. Ongeschreven regel was dat er na afloop voldoende bier moest zijn en ook een stevige hap te eten.

Als het weer minder stabiel werd en het gras minder hoog groeide werd dat ook wel ingemaakt ofwel in een silo geperst. Als dat goedje ‘s-winters weer tevoorschijn kwam, was dat een grote zorg voor met name boerenmeisjes want de zure weeïge geur drong door in alle kleding en dat werd, bijvoorbeeld door klasgenootjes, ‘niet altijd gewaardeerd.’

Mechanisatie

Van lieverlee werd er steeds meer gemechaniseerd, de melkmachine deed z’n intrede en tractoren namen het werk van paarden over. Dat was sterk wennen voor m’n vader, hij had geen rijbewijs maar wilde toch trekker leren rijden. We vergeten nooit hoe hij dat één van de eerste keren deed: met veel omhaal gaan zitten, blik op de horizon, beide handen aan ‘t stuur, heel secuur midden door ‘t openstaande hek en zo ‘t weiland in. Dat ging allemaal goed totdat hij afstapte om de kar te gaan lossen, maar… die bleek nog op het erf te staan. Wij hadden natuurlijk al lang gezien dat trekker en kar nog niet aan elkaar waren gekoppeld...

Schapen

Mijn ouders waren kerkelijk meelevend en ook sterk betrokken bij onze School met den Bijbel, destijds gevestigd aan de Westsingel, nu zalencentrum en brandweer.

Om de school draaiende te houden was een bijdrage van de leden nodig, veehouders deden dat door in ‘t voorjaar jonge ‘schoolschapen’ aan te nemen. Na een seizoen gras eten en een goede verzorging brachten deze dan bij verkoop het nodige geld in ‘t laatje.

Wat achteraf opvalt is dat men, ondanks de vele uren die men maakte, toch tijd vond om intensief met elkaar op te trekken. Op verjaardagen waren buren uit de wijde omtrek welkom, een bruiloft werd heel uitgebreid gevierd en zo nodig was er ook ruimte om zorgen en verdriet met elkaar te delen. Als iemand was overleden, kon ieder dat zien. De vitrage werd dan tijdelijk afgehaald en de gordijnen of blinden werden gesloten.

Tot grote ergernis van mijn moeder was vroeger een gezegde dat “als je niets wist, je altijd nog boer kon worden…” Als daar vroeger in sommige gevallen al een kern van waarheid in zat, dan is dat inmiddels volledig achterhaald. Een goede opleiding en een gezonde zakelijke instelling zijn onmisbaar om te kunnen slagen in de agrarische sector. Het zou ook helpen als de overheid niet steeds wisselende regels en wetten zou voorschrijven en bovenal perspectief zou bieden op de lange termijn.

In onze hectische tijden wordt ‘t helaas nogal eens in twijfel getrokken, maar van heel dichtbij weet ik dat in deze bedrijfstak met hart en ziel keihard wordt gewerkt en dat men aantoonbaar al jaren bezig is om noodzakelijke verbeteringen door te voeren. Aan doortastendheid en ondernemingszin geen gebrek!

De vorige afleveringen van ff z@ppen zijn gebundeld in zeven delen. Waarvan de laatste twee in zwart/wit.
De rijk geïllustreerde boekjes zijn voor € 17,50 in Oudewater te koop bij de Read Shop, de TIP en bij de schrijver zelf op De Cope 6.
Deel 5 staat geheel in het teken van de oorlog.

Wout van Kouwen

Bram op de buiten ‘plee’.
De koeien vastgezet aan de kar terwijl Brammetje aan het melken is.
Afbeelding
Zoon Klaas en vader tonen trots hun biggen.
De boerderij anno 2022.
De organisatie van de Oranjevereniging mag terugkijken op een geslaagde Koningsdag.
Koningsdag Hekendorp 45 minuten geleden
Afbeelding
Anders kijken naar je gezin? 21 uur geleden
Afbeelding
Wandelchallenge van start 23 uur geleden
Afbeelding
Lijst van gevonden en vermiste dieren 28 apr, 12:00
Afbeelding
Nog meer kampioenen bij volleybalvereniging Jupiter 27 apr, 17:00
Afbeelding
Fantastische opbrengst collecte Hospice 27 apr, 12:00
Afbeelding
Vind je draai in het Gemaal 26 apr, 19:00
Afbeelding
Koeien de wei in bij boer Koos 26 apr, 17:00