Startavond Vereniging Weidevogelbescherming

Sjoukje Dijkstra

Op 19 maart wordt de startavond van de Weidevogelbescherming Montfoort Linschoten gehouden, een jaarlijks terugkerende bijeenkomst die niet alleen vrijwilligers samenbrengt, maar ook openstaat voor andere belangstellenden die geïnteresseerd zijn in wat er gaande is op het gebied van weidevogelbescherming in de omgeving van Lopikerwaard. Dit jaar staat ook een inspirerende lezing van Gijs van Kempen op de agenda, die zijn expertise zal delen over vleermuizen. De avond begint om 20.00 uur en is in het St. Joseph.

Adriaan de Heer, bestuurslid van de Weidevogelbescherming Montfoort-Linschoten, vertelt over het belang van het broedseizoen, dat van eind februari tot begin juni duurt. Gedurende deze periode zijn zo’n 35 toegewijde vrijwilligers actief, die een cruciale rol spelen in het beschermen van weidevogels.

“We hebben altijd nieuwe aanwas nodig”, legt voorzitter Koos van der Wind van de Vereniging uit. “Het mooiste is als we per bedrijf een man of vier hebben, die soms tegelijk en soms ook kunnen wisselen. De vrijwilligers lopen zomaar vier of vijf km bij twee bedrijven per week.” Adriaan de Heer benadrukt dat de startbijeenkomst niet alleen een bijeenkomst is voor actieve vrijwilligers, maar dat geïnteresseerden van harte welkom zijn. “We hopen dat er nieuwe belangstellenden zijn die denken: dat lijkt me leuk om te doen.”

Plasdras

De inspanningen van deze vrijwilligers zijn van onschatbare waarde. “Wat niet gevonden wordt, wordt voor naar schatting 80 procent niet gezien en gaat dan mogelijk verloren”, vervolgt Koos. “Door nesten duidelijk te markeren met stokken worden boeren op tijd gewaarschuwd om die gebieden over te slaan tijdens het maaien, waardoor het broedsucces van de weidevogels aanzienlijk toeneemt.”

Niet elk boerenbedrijf is echter geschikt voor weidevogels. Zo gaan weidevogels niet in de buurt van hoge bomen broeden en ook een gebied met hoge windmolens, zoals in Lopik wordt gemeden, maar waar deze vogels wel aanwezig zijn, zijn boeren vaak bereid om samen te werken met de vereniging.

Tijdens de avond zullen deelnemers ook kennismaken met de praktische aspecten van weidevogelbescherming. “Dit zijn de stokken, die we neerzeten bij de nesten,” legt Koos van der Wind uit, terwijl hij langs de plasdras loopt op zijn land. “Daar zitten de grutto’s en tureluurs. Een plasdras is geschikt voor hen, omdat de grond daar vochtig is en ze goed met hun lange snavels in de grond kunnen zoeken naar wormen.” Hij wijst: “Daarnaast zit een perceel mais. Mais en bouwland trekken kieviten en scholeksters aan. De tureluur gaat altijd in de buurt van de kievit zitten. Deze kleine vogel kan zichzelf niet verdedigen, maar de kievit wel. Die gaat vol in de verdediging bij gevaar. Op die manier creëer je een gebied, waar het goed toeven is voor weidevogels.”

In de regio Lopikerwaard zijn er momenteel ongeveer zestig plasdrassen te vinden, waarvan er het afgelopen jaar zo’n veertig zijn bijgekomen. Deze plasdrassen vormen cruciale habitats voor weidevogels, waardoor hun aantal en verscheidenheid kunnen gedijen en zelfs toenemen. Gemiddeld bezoeken vrijwilligers twee bedrijven, waar ze per bedrijf doorgaans zo’n twintig nesten aantreffen. De betrokkenheid van vrijwilligers strekt zich uit tot het zoeken naar nesten, een taak die zowel vaardigheid als geduld vereist. “Als vrijwilligers heb je vaak twee bedrijven, waar je checkt. Die lopen vrijwilligers dan heen en weer af. Tussen het hoge gras zie je de nesten moeilijk liggen,” aldus Adriaan.

Naast het praktische werk op het veld is educatie ook belangrijk. Vrijwilligers kunnen cursussen volgen om hun kennis te vergroten, ondersteund door ervaren collega’s. Deze inzet draagt bij aan het behoud van de weidevogels, een doel dat de vereniging nastreeft met passie en toewijding. “We schatten in dat dankzij deze activiteiten minstens 60% meer weidevogelkuikens ‘vliegvlug’ worden.”