
Sinterklaas op kostschool
AlgemeenWout van Kouwen
Tegenover de katholieke kerk in de Kapellestraat in Oudewater staat al vanaf 1888 een kloostergebouw. Dit gebouw is de enige herinnering aan een groot complex dat gerund werd door de zusters Franciscanessen en bestond uit een klooster, kleuterschool, lagere school, huishoudschool, M.U.L.O. en bejaardenhuis. Tevens was er een pensionaat (kostschool) aan verbonden. Dit richtte zich in hoofdzaak tot de ‘mulo-opleiding’ en in mindere mate op de lagere-school-leerlingen. Die mulo-opleiding was vooral bedoeld voor meisjes uit de ‘nette burgerstand’. Een van hen was Anna Abelmann uit Bilthoven. Zij werd op tienjarige leeftijd door haar ouders in 1931 naar het internaat in Oudewater gestuurd om goede scholing te krijgen.
Op latere leeftijd nam ze de pen ter hand om haar levensverhaal op te schrijven. Zij bleek nog over een buitengewoon scherp geheugen te beschikken. Men kan zich alleen maar verbazen over de namen, details en situaties die zij zich wist te herinneren. Een van die herinneringen gaat over het Sint Nicolaasfeest op het pensionaat. Hier het verhaal in haar eigen woorden.
Een driedelig St. Nicolaasfeest
Het eerste kostschoolse St. Nicolaasfeest naderde en daar konden ze wat van hoor die nonnen! Het waren echte sfeermakers. Een week ervoor werd er soms plotseling in de speelzaal gestrooid. Of er lag iets aparts ‘s morgens bij je ontbijtbord.
Het begon met een avond dat we allemaal naar de aula, annex gymzaal gingen. Een zaal waar je van alles mee kon doen: films, uitvoeringen, rolschaatsen, gym enz. Alles kon naar behoefte gehesen, neergelaten of neergezet worden, inclusief piano. Alle zusters zaten vooraan op stoelen. Het grootste deel van de kinderen eromheen. Degenen die meededen aan het zangkoor of de ritmische gymnastiekuitvoering voor De Sint, stonden in opstellingen sopranen, alten enz. klaar. Alleen drie stoelen in het midden waren nog leeg. Plotseling hoorden we dan een luid gebel en geratel en kwamen twee Zwarte Pieten, meestal de jongens van Putman uit de stad, tevoorschijn. Zij stormden woest en wild naar binnen en gingen meteen achter de grote meiden aan met hun roe, bel en ratel. Ik moet bekennen dat ik tot mijn 16de altijd toch benauwd was als die zwarte kerels achter je aanjoegen en om je heen sprongen.
Opeens werd het stil en waardig trad St. Nicolaas binnen en begroette de overste, pastoor Bennebroek, pater Zijpe en pater Verhaar, die er ook altijd bijzaten. Dan zette het koor een ingestudeerd Sinterklaascantate meerstemmig in. In de latere jaren waren er marsen op de piano waarop de gymuitvoeringen werden begeleid. Een absoluut vereiste was dat je de maat zeer zuiver speelde anders kwam de gym in de war.
Ieder werd toegesproken en De Sint las je wel en wee, goed en kwaad, voor uit ‘het boek’. Je kwam echt allemaal aan de beurt en kreeg dan een chocoladeletter. Daarna werden er Sinterklaasliedjes gezongen en werd er gestrooid.
Deel 2
Pakjesavond
De volgende avond gingen we allemaal om een uur of 6 naar de refter waar weer gezongen en gestrooid werd. Dit was deel 2 van het driedelige feest. Er stond voor ieder een suikerbeest bij haar plaats en een speculaaspop. Alle plaatsen waren versierd met mijtertjes, zwarte pietjes enz. Plotseling, na veel gestommel, gerinkel en gezang gebeurde er dan iets. Ieder jaar iets anders. Er kwam bijvoorbeeld een grote kartonnen boot met mast naar binnen met veel pakjes. Of er werd een levensgroot paard van papier maché naar binnen geduwd. Of er kwam een enorme zeppelin vol met pakjes enz. Fantasie hadden de zusters genoeg!
Om de beurt moesten we dan naar voren komen om het pakje te halen waar je naam op stond. Je moest dan hardop het rijmpje voorlezen dat er aan vastgeplakt zat. De inhoud was meestal bruikbaar: gum, potloden, puntenslijper, aantekeningenboekje, liniaal, paperclips, inktpot, enz. Maar ook springtouwen, ballen, snoep, chocolade beestjes, strooigoed en marsepein. Zo eindigde deel 2 van het feest.
Deel 3
De pakjes van thuis
Dit deel was altijd de zaterdagmiddag die het dichtst bij 6 december lag. Er hing dan altijd een verwachtingsvolle spanning. Na de warme maaltijd was er recreatie tot de grote bel luidde. We verzamelden ons in de refter en kregen daar te horen dat de sleutels van de kleine speelzaal verstopt waren. De spanning steeg ten top en naarstig ging iedereen aan het zoeken. Het tuinencomplex werd uitgekamd, vooral de omgeving van de Lourdesgrot, de zustertuin met het beeld van St. Franciscus, de Heilige Rochus en het in een bloemperk staand Heilige Hartbeeld. In die buurten lagen altijd de sleutels tussen de struiken, hangend aan een takje of tussen de bladeren. Hadden we ze allebei, dan ging het in triomf naar de kleine speelzaaldeur. We deden met de sleutels de deur open en gingen al duwend en trekkend naar binnen om tussen de ongeveer 75 grote pakken het pak van ‘thuis’ te vinden, die door onze ouders voor Sinterklaas naar het pensionaat waren verzonden of gebracht. Dan vlug allemaal naar de refter en uitpakken maar. Met een kleur van opwinding werden de papieren er afgescheurd na eerst het versje te hebben gelezen dat moeder er bij gemaakt had. Het moet wel naar voor haar geweest zijn, dat ze mijn reactie niet kon zien bij het lezen ervan en bij het uitpakken.
Ik weet nog heel goed wat mijn eerste ‘kostschool St. Nicolaascadeau’ was: een bruin gevlamde leren postmap met postpapier, couverts, postzegels en briefkaarten erin. Een heel rijk en ook een ‘bijna volwassen zijn’ gevoel gaf dat want eens in de 14 dagen mochten we een brief naar thuis schrijven.
In dit eerste pakje zat ook een heel lange, met dikke gemêleerde wol gebreide, ribbeldas. Basiskleuren roest-beige-bruin en een dito ijsmuts met groene pompoen erop. Die twee heb ik helemaal ‘op’ gedragen tot mijn 16de geloof ik. Moeder had ook een mooie Waterman vulpen erin gedaan. Met die pen heb ik altijd geschreven en later Gerard nog jaren. Ik heb de pen nog in mijn bezit.
Voor de armen
Als iedereen alles had uitgepakt, kwamen de nonnen met een grote doos om voor de ‘armen’ (of voor de ‘nonnen’) iets van de cadeautjes die je gekregen had, op te halen. De eerste keer had moeder daar niet op gerekend en toen ze hoorde dat ik een heel groot stuk marsepeinen worst erin had gestopt, schrok ze wel even. Ze had die namelijk speciaal bij de banketbakker van het beste materiaal voor mij laten maken. De volgende jaren deed ze er altijd een doos suikerborstplaat bij om weg te geven.
Dit is dus het Sint Nicolaasverhaal van Anna Abelmann. Zij heeft van 1931 tot 1938 op de kostschool in Oudewater gezeten en heeft dus nog net het 50-jarig bestaan mee kunnen vieren.
Haar zoon Jeroen Petri is nu bezig de verhalen over de kostschoolperiode van zijn moeder uit te werken om het later in boekvorm uit te geven. Het geeft een uniek tijdsbeeld.
Bronvermelding: Jeroen M. Petri, foto Maaike Putman.
De vorige afleveringen van ff z@ppen zijn gebundeld in acht delen. Waarvan de laatste drie in zwart/wit. De rijk geïllustreerde boekjes zijn voor € 17,50 in Oudewater te koop bij de Read Shop, de TIP en bij de schrijver zelf op De Cope 6. Deel 5 staat geheel in het teken van de oorlog.



