Van 37.44 tot 53.04

De toppers van SVO proberen zich aan het begin van het seizoen te plaatsen voor de grotere wedstrijden. Zo was het doel van B-junior Onne van Miltenburg om zich te plaatsen voor de Residentiecup, een traditionele wedstrijd voor de A- en B-junioren, die deze zaterdag op de Haagse Uithof werd verreden. Van Miltenburgs missie mislukte, maar hij verbeterde de afgelopen weken wel meerdere van zijn persoonlijke records.

Meest opvallend was zijn in Heerenveen geschaatste 2.01,51 op de 1500 meter. Bijna zes seconden sneller dan zijn toptijd van de vorige schaatsjaargang. En inmiddels is Van Miltenburg al zo ver dat hij droomt van een tijd onder de twee minuten. Een nog altijd magische grens die in 1972 voor het eerste door ‘Ard en Keessie’ werd doorbroken. Ook op de andere afstanden was de talentvolle schaatser van de Utrechtse Schaatsacademie dit seizoen overigens al ruim sneller dan voorheen.

Na het beëindigen van de schaatscarrière van Stan van Vliet is Joep Stubbe absoluut de sterkste schaatser van SVO. Vorig seizoen toonde hij dat al aan met een verrassend optreden bij het Nederlands Kampioenschap sprint van de A-junioren. Dat hij nog steeds razendsnel is op de korte afstanden liet hij in Heerenveen en Haarlem zien. In Thialf verbeterde hij zich op de 500 meter tot 37,44 en mogelijk klokt hij dit seizoen als tweede SVO’er, na Gerwin Coljé, een zesendertiger op de meest spectaculaire schaatsafstand. Vorige zondag kwam Stubbe bij de vijfde wedstrijd van de Kennemercup tot 10,34 en 24,37 op de 100 en 300 meter. De snelste tijden die ooit door een SVO’er werden geklokt. De langere afstanden blijven relatief wat achter in vergelijking tot de sprintafstanden, maar Stubbe werkt hard om dat te verbeteren. En dat hij over inhoud beschikt toonde hij in zijn jeugdjaren al bij inlineskate-wedstrijden op de Oudewaterse piste.

Grote en kleine stappen

Het zijn echter niet alleen ‘de grote jongens’ van SVO die hun toptijden in de eerste schaatsweken wisten te verbeteren. Meest opvallend is het optreden van Corné Hoogenboom. De debuterende C-junior was op 500 meter met 51,30 inmiddels al zo’n zeven seconden sneller dan in januari van dit jaar. Een zeer opmerkelijke progressie! Leeftijdsgenoot Isa van den Berg doet het wat rustiger aan, maar zij verbeterde haar persoonlijk record inmiddels al driemaal. In kleine stapjes van 54,05 tot 53,03. Snelste C-junior, en waarschijnlijk ook al de beste SVO-schaatsster van dit moment, is Daphne van Kooten uit Montfoort. Zij debuteerde op 15 oktober in Heerenveen en verbeterde op de 500 en de 1000 haar toptijden tot 45,88 en 1.34,64. Daarmee blijft ze overigens nog ruim verwijderd van de clubrecords die Tessa van der Neut in 2010 schaatste.

Sven Kemp en Stijn van de Bunt

Zoals genoemd beëindigde SVO-clubkampioen Stan van Vliet na de clubkampioenschappen van 2023 zijn schaatscarrière. In zijn juniorentijd was Van Vliet regelmatig sneller dan schaatsers, zoals Joep Wennemars, die nu tot de nationale top behoren. Blessures zorgden echter in de beslissende fase van zijn carrière dat hij niet de stappen kon maken die in die fase nodig waren. En dan verdwijnt de motivatie.

Voor Sven Kemp en Stijn van der Bunt lag dat anders. Ooit als jeugdschaatser bij SVO begonnen kwamen hun prestaties op een steeds hoger niveau te liggen. Sprinter Kemp schaatst nu bij het sterke sprinterscollectief van het schaatsgewest ‘Fryslan’ en Lopiker Van der Bunt mag zich twee jaar bewijzen bij IKO, een van de grootste professionele schaatsteams van Nederland. Sven Kemp toonde zijn kunnen op de 500 meter bij het kwalificatietoernooi voor de World Cup in Heerenveen. Met een prachtig PR van 35,56 was hij meer dan tevreden. Zijn tweede sprint was door een zwakke start van een minder niveau, maar de 35,98 is een tijd waar de meeste schaatsers alleen maar van durven te dromen. Van de Bunt, ‘een neosenior’ van de lange adem, debuteerde bij het kwalificatietoernooi met 6.27,81 op de 5000 meter. Een geweldige tijd, die goed was voor de 15de plaats in het klassement. Patrick Roest ging met de winst aan de haal.