LET OP!
AlgemeenAad Kuiper
Op allerlei manieren worden we erop attent gemaakt dat we moeten opletten: met een fietsbel, een sirene, een fluitje van een scheidsrechter bij een sportwedstrijd - nog niet eens zo heel lang geleden gebruikten ook politieagenten die het verkeer regelden dit hulpmiddel. Sirenes hadden zelfs verschillende patronen voor de diverse hulpdiensten, maar dat is inmiddels afgeschaft; alle voorrangsvoertuigen voeren nu een tweetonige hoorn.
Klokken dienden ook om de omwonende bevolking ergens op te attenderen of voor te waarschuwen, zoals een evenement of onraad. Naast religieuze diensten worden de kerkklokken ook geluid bij bijzondere gebeurtenissen. Dit kan variëren van bruiloften en begrafenissen tot nationale feestdagen en herdenkingen. Daarnaast worden de kerkklokken soms ook geluid bij rampen of andere noodsituaties. Het geluid van de klokken waarschuwt de gemeenschap en roept mensen op om in actie te komen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een grote brand of overstroming.
Marten van den Bijlaard neemt, na een verkennend gesprek van ongeveer een maand geleden om een werkgroep tot een bredere erkenning van het carillon op te richten, de initiatiefnemers van deze werkgroep in wording mee naar de klokkentoren. Vooraf vertelde hij over de waarschuwende functie die klokken eeuwenlang gehad hebben. Halverwege de torenbeklimming, op de tussenzolder, vertelt hij o.a. over de verschillende deurtjes die gepasseerd zijn, de tussenzolder zelf en het ‘vrouwenklokje’. Een stukje hoger wijst Marten op luidklokken (met een losse klepel) en beiaardklokken (met een hamertje). En nog hoger worden de aanwezigen gewaarschuwd voor een op handen zijnd ‘hels lawaai’ ofwel ‘de komende bak herrie’. Het is vlak voor het hele uur en binnen afzienbare tijd beginnen de klokken waar we dichtbij zijn bijzonder veel geluid te veroorzaken.
Herhaalde oproep
Maar eerst moet een beiaardier aan de slag: “De draden die naar de klokken lopen zijn soms wel tien meter lang en veranderen onder de temperatuurswisselingen steeds van lengte. En zo’n draad mag niet te lang zijn, maar ook niet te kort.” En Van den Bijlaard gaat dus vervolgens de draden op de juiste lengte afstellen, waarna de automatisch ‘voorslag’ en de uurslagen volgen, maar dan schakelt hij de automaat uit en speelt een schitterende celloprelude, waarvan toevallige voorbijgangers hebben kunnen genieten.
Gert Jan Meijer herhaalt zijn oproep: “Daar moeten we toch wat mee?! We moeten de inwoners van Oudewater en de bezoekers laten delen in wat we hier hebben. En er kan vast nog wel meer als we met een aantal medestanders gaan brainstormen. Daarom doen we een oproep aan medestanders die het carillon een warm hart toedragen en willen meedenken en/of meehelpen het carillon weer de plaats toe te kennen die het verdient. Met dit clubje van maar drie mensen lukt dat nu nog niet, maar dat gaat vast en zeker wel lukken als de mensen die mee willen doen zich bij ons melden. Ze weten ons ongetwijfeld te vinden.”