Het pact van Vrouwbuurstermolen
Het pact van Vrouwbuurstermolen Foto: pr

De tocht der tochten

Algemeen

Afgelopen december kon er voor het eerst deze winter even geschaatst worden. Maar dat was dan ook maar even. Op het moment dat we met dit artikel bezig zijn, ziet het er niet naar uit dat het nog een strenge winter gaat worden. Al weet je het natuurlijk maar nooit. Dit verhaal gaat over de Elfstedentocht van 1956 die pas half februari plaatsvond, dus het kan altijd nog.

In het prachtige boek ‘t Kan vriezen, ‘t kan dooien’ over 125 jaar winter in Woerden en omstreken (uitgegeven in 2002) schreef Tom Streng een verhaal over twee Oudewaterse mannen die het presteerden de zeer zware Elfstedentocht van 1956 te volbrengen. Dit nu bewerkte verhaal is de leidraad van deze aflevering van ff z@ppen.

Vijf krentenbollen

Midden in de strenge winter van 1955/1956 werd op 2 februari de schaatsbaan aan de Tramweg van de Oudewaterse IJsclub geopend. Die vormde een ideale trainingsplek voor de schaatsenrijders die zich aan het voorbereiden waren op een Elfstedentocht.

Gert Nederend, de eigenaar van café ‘Het Stadswapen’ op het Rode Zand (beter bekend als ‘De Poep’) en Dries Slootjes (daarover later meer) reden er in de avonduren hun rondjes. Slootjes, die in 1954 als eerste Oudewaternaar de Elfstedentocht uitreed, was hier een voorbeeld voor veel jonge rijders. Zij bekwaamden zich in het kielzog van de Elfstedenbedwinger in de schaatssport. Voor Slootjes soms een reden om elders, in alle rust, te gaan trainen. Nederend was tevens regelmatig te vinden op de brede poldersloten achter de ouderlijke boerderij. Ook schaatste het duo diverse toertochten ter voorbereiding op de Elfstedentocht waar zij op hoopten. En die Elfstedentocht kwam er!

Na de aankondiging van het Elfstedenbestuur dat de elfde Elfstedentocht zou worden gehouden op dinsdag 14 februari, besloten Slootjes en Nederend om zich als deelnemer aan de toertocht te laten inschrijven. Ze wisten dat het zwaar zou worden. De weersvoorspellingen waren alarmerend: -7,8 °C en door de snijdende wind een gevoelstemperatuur van -13,5 °C.

Op maandag 13 februari reisde het duo met de V.A.G.U.-bus naar Utrecht om vandaar de reis per trein naar Leeuwarden voort te zetten. Tot de weinige bagage van de vijfendertigjarige Nederend behoorde een geleende bivakmuts, de lange onderbroek en het grijze moltonhemd. Beide mannen beschikten over een stel prachtige, stalen noren. Na inschrijving in hotel De Groene Weide wachtten Slootjes en Nederend twee uur op een logeeradres. Het was druk in Leeuwarden. Voor de toertocht hadden zich ruim 6000 schaatsers ingeschreven.

Dinsdagmorgen 14 februari, het was ijskoud en het sneeuwde. Na een stevig ontbijt reisde het tweetal per taxi naar de startplaats bij het veemarktterrein, waar de tochtrijders zich verzamelden in de veemarktcafés. Nederend had de geleende bivakmuts over het hoofd getrokken en onder zijn kleding had hij zijn lichaam bedekt met kranten om zichzelf te beschermen tegen de wind en koude. Veel eten hadden de mannen niet bij zich. “Dat bevriest onderweg toch”, had de ervaren Slootjes verteld.

Dries Slootjes was een markante persoonlijkheid in het Oudewater van de vorige eeuw. Naast zijn grote passie voor de schaatssport en zijn volkstuin, was hij ook zeer geïnteresseerd in de politiek. Kort na de oprichting werd hij penningmeester van de Onafhankelijken. Maar hij kreeg vooral een grote bekendheid door de 25 jaar dat hij bijna alle raads- en commissievergaderingen bijwoonde. In De IJsselbode had hij een eigen rubriek (Circus in Oudewater) waarin hij zijn visie op wat hij hoorde én wat hij zag, vertolkte. Hij nam daarbij geen blad voor de mond. Zijn openhartigheid gaf hem een bijzondere plaats binnen het politieke wereldje. Mede daardoor werd hij in 1984 door carnavalsvereniging ‘De Blauwbaadjes’ uitgeroepen tot ‘Slapleuter van het jaar’ (zie foto).

De donkere nacht in

Met een pendelbus werden de twee mannen naar het Van Harinxmakanaal gebracht. Daar gleden zij tezamen met honderden andere rijders om tien minuten over zeven de duisternis in, het avontuur tegemoet. Met de noordenwind in de rug schaatsten Slootjes en Nederend door het besneeuwde weidelandschap richting Sneek, de stad van de Waterpoort. Door de enorme drukte bij de stempelpost verloren ze elkaar daar al snel uit het oog. Nederend, die wist dat Slootjes nog achter hem moest schaatsen, vervolgde zijn weg over het hobbelige ijs van de Geeuw in het gezelschap van een groepje jongere schaatsers. Al snel werd het tempo hem echter te machtig en reed hij verder in zijn eigen, rustige slag. Door de vele sneeuwval van de afgelopen dagen waren de banen smal. Op het riviertje de Luts, tussen Sloten en Stavoren, moest hij even van het ijs, omdat er daags tevoren een trekker door het ijs was gezakt.

In Stavoren nam Nederend een korte pauze. Terwijl hij een beker warme chocolademelk dronk, ontwaarde hij zijn kompaan Slootjes tussen de binnenkomende toerrijders. “Driekus”, “Gerrit”, riepen ze elkaar toe. Met een stevige omhelzing begroetten beide mannen elkaar, het leek alsof ze elkaar jaren niet gezien hadden.

Slootjes en Nederend hadden geluk, want vanaf Stavoren was de wind gedraaid naar de zuidwesthoek. Met die wind in de rug passeerden ze Hindeloopen met zijn scheve toren. Het ijs werd hier met een door paarden getrokken schuif sneeuwvrij gemaakt. In Workum maakte een firma reclame voor het papproduct Brinta. Slootjes en Nederend herkenden tussen de helpers de dochter van Buijs, een leverancier van de Oudewaterse middenstanders. Het leverde het tweetal een tweede bakje Brinta op.

De tocht werd voortgezet over slecht ijs dat doorgroefd was met vele, door de sneeuw bedekte, scheuren. Zowel Slootjes als Nederend vielen dan ook regelmatig.

Nederend kreeg steeds meer moeite met het tempo van de technisch betere schaatser Slootjes. Bij Bartlehiem, het beroemde keerpunt in de Elfstedentocht, was Nederend totaal uitgeput. Hij voelde zich volkomen leeg. Slootjes liet hem echter niet in de steek.

Op het ijs van de Dokkumer Ee viel Nederend ontelbare keren en bij één van deze valpartijen liep hij een dikke knie op. Het was inmiddels donker geworden toen ze in de verte de lichten van Dokkum ontwaarden. Nederend was totaal uitgeput en oververmoeid. Na het ontvangen van het tiende stempel zei Slootjes, de realiteit onder ogen ziend: “Ga jij maar verder met de bus”. Hij schaatste vervolgens door naar Leeuwarden en finishte om 20.58 uur.

Op het biljart

Nederend was ondertussen op kousenvoeten een overvol café binnen geschuifeld en werd daar met zijn natte voeten op het biljart gezet. De hoge potkachel was roodgloeiend en gaf een enorme warmte af. Het was Nederend te warm en hij koos een plaats bij het raam. Aan een jongetje, dat hij door het beslagen raam voorbij zag lopen, vroeg hij om vijf krentenbollen bij de bakker te kopen.

Na een stevige massage door de Dokkumer E.H.B.O. en met de maag inmiddels weer vol besloot Nederend het er toch op te wagen. Ofschoon omstanders hem toeriepen de bus te nemen, bond hij zijn noren weer onder en stapte het ijs op.

In een grote groep reed hij achter een trekker aan, daarbij profiterend van de luwte en het lichtschijnsel van de sneeuwveger. Het tempo was hem echter te laag. Soms zelfs door het water schaatsend, dat hier en daar op het ijs was komen te staan, bereikte hij ruim na elven (11.40) de finish achter de Prinsentuin in Leeuwarden. Een paar meisjes hielpen de uitgeputte Oudewaternaar van zijn schaatsen af en per fiets werd hij naar hotel De Groene Weide gereden, alwaar hij zijn elfde stempel ontving. De tocht was volbracht!

Bij de finish kwam hij ook Dries Slootjes weer tegen. Deze was stomverbaasd over het feit dat Nederend toch schaatsend de stad van de statige Oldenhove had bereikt. Terug op het logeeradres belde Gert Nederend naar huis, waar zijn ouders in zijn café aan het Rode Zand vol ongeduld zaten te wachten op het nieuws uit Friesland.

Gesprek van de dag was het zogenaamde ‘Pact van Vrouwbuurtstermolen’.

‘Het pact van Vrouwbuurstermolen’

Het was guur koud, het sneeuwde en het ijs was slecht. Mede daardoor werd het een helse tocht. Ook voor de vijf koplopers in de wedstrijdrace: Jeen Nauta, Jan van der Hoorn, Aad de Koning, Maus Wijnhout en Anton Verhoeven. De mannen hadden deze dag zoveel met elkaar meegemaakt dat zij in de buurt van Vrouwbuurstermolen de afspraak maakten om samen, arm in arm, over de finish te gaan. Zij wilden niet op het laatste moment tegen elkaar moeten opboksen. Dus gingen de vijf, na bijna 9 uur geschaatst te hebben, gezamenlijk over de finish in Leeuwarden. Het bestuur en het publiek waren met stomheid geslagen. Omdat de vijf er geen sportieve wedstrijd van gemaakt hadden, werden ze gediskwalificeerd en werd nummer zes (Jeen van den Berg), die acht minuten later arriveerde, tot winnaar uitgeroepen. Die meende daarop geen recht te hebben en weigerde. Toen besloot de jury dan maar dat er geen winnaar zou worden uitgeroepen van deze Elfde Elfstedentocht.

Het zal Slootjes en Nederend een zorg zijn geweest, zij spraken af een volgende keer weer van de partij te zullen zijn.

Bronvermelding: Het verhaal ‘Vijf krentenbollen’ door Tom Streng uit het boek ‘Kan vriezen, ‘t kan dooien’, weerverleden.nl, Schaatspeloton.nl, IJsselbode.

De vorige afleveringen van ff z@ppen zijn gebundeld in zeven delen. Waarvan de laatste twee in zwart/wit.
De rijk geïllustreerde boekjes zijn voor € 17,50 in Oudewater te koop bij de Read Shop, de TIP en bij de schrijver zelf op De Cope 6.
Deel 5 staat geheel in het teken van de oorlog.

Wout van Kouwen

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Dries Slootjes
Afbeelding
Team Puzzelpoezen.
Puzzelkampioenschap in Dorpshuis De Vaart 4 uur geleden
Afbeelding
Bianca Tettero en de ReadShop 5 uur geleden
Suzanne Pruijssers vertelt de vele aanwezigen over de Palliatieve zorg.
Zorg rondom levenseinde bespreekbaar maken 6 uur geleden
Afbeelding
Kruiswegviering 6 uur geleden
Afbeelding
Open Dag bij SVO met Christian Haasjes 7 uur geleden
Afbeelding
Boomband spijkeren 10 uur geleden
Afbeelding
Kruiswegviering 12 uur geleden
Afbeelding
Oud IJzer actie Ons Genoegen 15 uur geleden