Afbeelding
Otto Beaujon

Op weg naar een zwembad

Algemeen

Donderdag 10 juni was een gedenkwaardige avond: het gemeentebestuur en de Stichting Beheer Zwembad Oudewater ondertekenden een intentieverklaring om een nieuw zwembad voor Oudewater te gaan bouwen. Plannen in uiteenlopende vorm liepen al meer dan 25 jaar, en de technisch toestand van Ons Statenbad werd steeds nijpender, terwijl de kosten van beheer de pan uit liepen.

In 2013 werd het beheer overgenomen door een stichting, SBZO, die geheel wordt bemand door vrijwilligers die het zwembad een warm hart toedragen. Met inzet van nog eens een groot aantal vrijwilligers voor alle hand- en spandiensten wisten ze jaar op jaar de eindjes aan elkaar te kopen, op de been gehouden door het vast voornemen toe te werken naar een nieuw, overdekt zwembad dat aan de eisen des tijds zal voldoen. Zij troffen in die zoektocht wethouder Bob Duindam, eveneens vast van plan de knoop ééns door te hakken.

Het plan dat ontwikkeld is en tot twee cijfers achter de komma doorgerekend is op haalbaarheid, is in samenwerking tussen gemeente en dagelijks bestuur (Pim van Baaren, Jan Hoogenboom en Peter de Wit) en Philip van den Hadelkamp (beheer en onderhoud) tot stand gekomen.

Donderdagavond, 19.00 uur, kwamen het bestuur van SBZO, acht man sterk, en wethouder Duindam bijeen in De Klepper (stadsvergaderzaal-in-nood) bijeen om de nodige handtekeningen te zetten. Bob Duindam sprak vertrouwen uit en stak zijn blijdschap over het resultaat tot dusverre niet onder stoelen of banken. De gemeente zal aan de bouwkosten 2 miljoen euro bijdragen, en vervolgens jaarlijks 200.000 euro aan de exploitatiekosten. Let wel: in het verleden zijn die met een open begroting van de toenmalige beheerder al opgelopen tot meer dan 300.000 euro, waar na de gemeenteraad heeft ingegrepen, de beheersconstructie gewijzigd is waarbij SBZO opgericht is om het beheer zo strak mogelijk gefinancierd en met inzet van veel vrijwilligers over te nemen. Hoe dat tot dusverre verlopen is, verdient aller achting.

Vanzelfsprekend was het bestuur bij monde van Pim van Baaren net zo verheugd als de wethouder.

“Hoorde ik u dat zeggen, heb ik het goed verstaan dat u een bedrag van 200.000 euro noemde als jaarlijkse exploitatiebijdrage?”, vroeg iemand van de pers aan de wethouder. “Jazeker”, beaamde die, “en geen euro meer. We hebben, voor we tot deze stap gekomen zijn, alles over en weer goed doorgerekend, en vertrouwen erop dat het zo ook gaat werken.”

In de wandelgangen gaf Philip van den Hadelkamp toelichting: “Met zo’n groot en niet-alledaags project is het budget één ding, maar zodra je het gaat uitvoeren zijn er ineens allerlei gasten die graag een vorkje mee willen prikken. Als zakenmensen in het bestuur kennen wij dat, en dus zijn we daar erg op gespitst om het budget tegen afknabbelen te behoeden. Het kan ook uit de hand lopen als er tussentijds, dus bijvoorbeeld tijdens de bouw, planwijzigingen aangebracht worden (we willen toch liever...) of aanvullende eisen gesteld worden vanuit de overheid. Maar we hebben de plannen zó goed en in vertrouwen met de wethouder doorgesproken dat we ervan overtuigd zijn het project en de exploitatie binnen de normen die we nu afgesproken hebben te kunnen uitvoeren.”

Terwijl de perspresentatie om 19.00 uur plaatsvond, was er om 20.00 uur een raadsvergadering, in dezelfde Klepper, eveneens in coronaproofopstelling. ‘s Middags, kort na ontvangst van de uitnodiging voor de perspresentatie, meldde de fractie van het CDA dat zij tijdens de raadsvergadering een motie van afkeuring zouden indienen tegen het college, omdat de intentieverklaring over het zwembad met de pers gedeeld was voordat de gemeenteraad er formeel kennis van had kunnen nemen.

Maar naar goed Oudewaters gebruik was er een raadsagenda van een stuk of vijftien punten, en toen het college en de raad tegen middernacht naar huis gingen, waren er omstreeks drie punten behandeld. De vergadering zou gisteren (maandag 14 juni) voortgezet worden, en zodoende kunnen wij u helaas nog niets berichten over de afloop van de motie van afkeuring, zo men al aan de behandeling daarvan toegekomen is...

Otto Beaujon