Groen gevlekte zwaan
AlgemeenOtto Beaujon
Dat was echt even schrikken: terwijl ik de rijpe tomaten geplukt had en de grond afspeurde naar over het hoofd geziene courgettes, hing Het Ding daar ineens in volle pracht op minder dan een halve meter tussen het gebladerte: de gevlekte zwaan, als een reuzenslang in gevechtstenue, met een sjaal voor de ogen. Een zeldzame, niet eetbare pompoen uit Afrika.
Ik had de zaadjes vorig jaar gekregen van de jubilerende volkstuinvereniging in Haastrecht.
Ik had ze op 15 april voorgezaaid onder glas. Uitgepoot op 24 mei, te vroeg gezaaid dus (bent u ook elk jaar zo nieuwsgierig?) en zodoende waren ze véél te lang onderweg geweest. De etiketjes waren zoek, maar vanaf dat moment groeiden de drie plantjes die ik overgehouden had als gekken: meterslange ranken tot aan het balkon van de buren, als een netwerk over de perenboom, met spiraalveertjes strikten ze zich om tomatenplanten, maïs, frambozenstruiken kortom alles wat houvast biedt. Meters per nacht leek het wel, met om de 20 centimeter telkens een groot blad (schoteltje of bord) en in elke bladoksel twee bloemstelen. Op 10 juli zagen we de eerste twee bloemen, groot en helder wit. De volgende dag waren ze uitgebloeid en verfrommeld, en hing er een gezwollen vruchtbeginsel dat later afviel.
Ik zocht op: deze flespompoen die officieel Lagenaria siceraria heet, wordt bestoven door een nachtvlinder (en soms door een late bij die bij zonsondergang nog niet thuis is). In Kenia is langjarig onderzoek gedaan naar wie die bestuivers waren, want ook daar moesten ze vaststellen dat verreweg de meeste bloemen niet tot een voldragen vrucht leiden. Uit die studie in vier verschillende districten van het grote Afrikaanse land kwamen in totaal ‘maar’ 22 soorten (Afrikaanse) nachtvlinders en motten tevoorschijn, waarvan er één ook in (zuid-) Europa voorkomt. Mijn gevlekte zwaan lijkt zodoende een toevalstreffer, waar ik na de eerste schrik apentrots op ben.
Nu maar kijken of het weer een beetje meewerkt als ik dagelijks de nieuwe bloemen met een natte penseel een beetje help.
Otto Beaujon