Afbeelding

Dokter Dubois nog altijd gedreven

Algemeen

Aad Kuiper

Hoewel ze er duidelijk blijk van gaf dat haar verhaal niet breed uitgemeten in de krant hoefde: ze had gewoon haar werk gedaan, met veel plezier en natuurlijk betrokken bij de mensen, want dat hoort bij je vak als huisarts; en dat ze dat al zo'n 40 jaar deed was ook niet zo bijzonder, maar vooruit, als anderen dat nu graag wilden …

Als dokter Dubois, Fleur voor intimi, vervolgens begint te vertellen over alles wat er sinds ze op 25 juli 1980 haar artsenbul haalde, en in mei 1983 haar registratie om als huisarts aan de slag te gaan, allemaal veranderde in de praktijk van een doorsnee - doorsnee? - huisarts en hoe ze ertoe is gekomen om überhaupt huisarts te worden en wat voor zaken daarbij om de hoek kwamen kijken, volgt het ene boeiende verhaal na het andere.

Uit haar wijze van praten valt haar gedrevenheid op: "Het mooie van het ambacht is enerzijds de menselijk kant, met alle verschillen tussen mensen onderling, en aan de andere kant de medisch-technische kant. Je moet goed kunnen luisteren en je hebt natuurlijk je vakkennis nodig, zodat je goed kunt analyseren welk probleem er schuilt in wat de mensen je vertellen. In de loop der jaren krijg je steeds meer ervaring en leer je je eigen patiënten goed kennen, wat helpt bij het samen analyseren en beantwoorden van de hulpvraag. Wat ik nú wel heel erg mis is dat ik geen hand mag geven. Dat is het begin en het afsluiten van een persoonlijk contact, waarin je er even helemaal bent voor iemand; de tijd neemt om goed te luisteren. En dat vervolgens de patiënt weer weggaat met de wetenschap en het gevoel, dat de dokter echt aandacht aan je heeft geschonken." Even later voegt Dubois haar motto als arts daaraan toe: "Ik ga, om het maar even officieel te zeggen, voor maximale betrokkenheid met behoud van professionele distantie. Ik wil graag meeleven …, maar niet meelijden." Of deze insteek uit zelfbehoud haar altijd lukte, blijft even in het midden; je gunt het een dergelijk bevlogen huisarts zeker.

Allesbehalve huisarts worden

Dubois komt oorspronkelijk uit Amsterdam, werd na haar middelbare school uitgeloot voor de studie geneeskunde, maar wilde niets anders en had dus geen alternatief. "Mijn vader stelde nog een rechtenstudie voor, maar ik wilde iets met meer actie. Toen ben ik tijdelijk als laborante aan de slag gegaan; dat zat een beetje in de goede richting. Maar kort daarop werd ik al gebeld of ik alsnog in Utrecht geneeskunde wilde gaan studeren, want daar was een plaats vrijgekomen. Daar ben ik toen in oktober 1973 begonnen, in mijn eentje, want er ging niemand uit mijn omgeving in Utrecht studeren." Fleur Dubois moest als eerstejaars zonder introductie zelf haar weg vinden en werd ook daarom lid van een studentenvereniging, en om de nodige contacten te leggen - sommige bestaan nu nog, laat Dubois in een tussenzin weten. Ze ging aan de slag: 's ochtends colleges en 's middags practica: "Ik vond alles leuk en interessant! Ik wilde alles weten." Ze voelde zich helemaal op haar plek in Utrecht.

"In die tijd was ik nog niet van plan huisarts te worden. Niet alleen omdat er toen niet zoveel mogelijkheden waren om ergens een plekje als huisarts te krijgen, maar ik wilde wat meer actie. Tropenarts leek me wel wat. Daarvoor heb ik een jaar als arts-assistent gynaecologie en verloskunde gewerkt in Rotterdam en een jaar chirurgie in Woerden gedaan. "Gynaecologie vond ik toch te beperkt, want dan heb je alleen maar met vrouwen te maken", voegt Dubois er lachend aan toe. Chirurgie vond ik erg leuk, maar de patiënt ging altijd weer terug naar de huisarts en dan was je het contact kwijt. Dat vond ik jammer en heeft mijn uiteindelijke keuze om toch huisarts te worden mede bepaald.

"Omdat ik aanvankelijk niet van plan was om huisarts te worden, moest ik wel als coassistent een stage volgen bij een huisartsenpraktijk. En zo kwam ik in Oudewater in de praktijk bij dokter Ypma terecht, Sietze."

"De hoogleraar huisartsengeneeskunde vertelde me na enige tijd dat hij het betreurde dat ik geen huisarts wilde worden, want hij dacht dat ik zeker een goede huisarts zou zijn. En, eerlijk gezegd, vond ik het eigenlijk ook wel heel leuk. Veel leuker dan ik gedacht had. Toen Sietze, als mijn begeleider, na afloop van mijn coassistentschap ook die mening had en me en passant ook vertelde dat hij wel meer voor me voelde dan alleen als collega en me vroeg te blijven, was de beslissing snel genomen. Ik heb er nooit spijt van gehad. We zijn getrouwd in 1981 en na de tropenopleiding heb ik in 1983 de Huisartsenopleiding in Utrecht en Geldermalsen voltooid, is onze zoon geboren en ben ik als huisarts aan het werk gegaan."

Van alles veranderd

"Ik was de eerste vrouwelijke huisarts in Oudewater. Dat vond niet iedereen even gemakkelijk en dat was het voor mij ook niet. Aan Jeannette de Bruijn (de tandarts, red.) had en heb ik een fijn maatje, want die zat zo'n beetje in hetzelfde schuitje: je hebt je werk en een gezin, en je loopt tegen dezelfde dingen aan. Het werk was toen heel anders dan nu. Zo waren er bijvoorbeeld nog geen 'standaarden' (door het NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) ontwikkelde standaarden en behandelrichtlijnen, multidisciplinaire richtlijnen, zorgmodules, huisartsenbrochures, samenwerkingsrichtlijnen en standpunten op specifieke thema's om het medisch handelen van de huisarts te ondersteunen, red.). Wel deelden we ervaringen met collega's en zo leerden we van elkaar en ook op allerlei nascholingsbijeenkomsten. Daarnaast hadden Sietze en ik altijd steun aan elkaar en hebben met heel veel plezier al die jaren samengewerkt, waarin we elkaar goed konden aanvullen.

Ook het dienst doen vanuit huis 's avonds, 's nachts en in de weekenden was heel anders dan nu met de Huisartsenpost. Soms was het wel lastig: bij spoedgevallen kon je elkaar niet altijd even gemakkelijk bereiken, want je had nog geen mobiele telefoons. Dan moest je bedenken waar de ander op zijn ronde ongeveer zou zijn en dan gaan bellen. Later hadden we een semafoon; dat hielp natuurlijk iets, maar het bleef behelpen. Met de mobiele telefoons en de Huisartsenpost is het vak inmiddels gelukkig ook voor vrouwelijke artsen gemakkelijker te organiseren. Nu zijn de meeste huisartsen trouwens vrouw.

Waar je vroeger de dokter was die alles wist of moest weten, wordt nu van alles opgezocht op internet; dat maakt de benadering ook heel anders. Hoe mensen je aanspreken is in de loop der jaren ook veranderd. Ik word vaker bij mijn voornaam genoemd en het gebruik van 'je' en 'u' is anders geworden. Ik vind het allemaal goed, en als ik iemand persoonlijk ken, kan ik vrij gemakkelijk omschakelen naar mijn rol als huisarts."

"Wat bijscholen betreft: dat is eigenlijk voortdurend doorgegaan. Het leukste vind ik om met collega's samen bijscholing te volgen. Dat is niet alleen leerzaam, maar je spreekt ook met collega's en wisselt ideeën uit; je leerde zeker vroeger veel van elkaar, ook omdat de standaarden en allerlei protocollen er toen nog niet waren. Je was veel meer afhankelijk van elkaar. Tegenwoordig is nascholing ook online; dat vind ik minder leuk, maar het is natuurlijk wel praktisch.

"Ik heb ook nog vele jaren als huisarts/bedrijfsarts gewerkt voor het onderwijs in de regio Gouda. Eerst via de Bedrijfs Gezondheids Dienst en later voor de ARBO-Unie. Je merkt dan hoe verschillend werkgevers omgaan met medewerkers en hoe je de een moet stimuleren weer aan het werk te gaan en het voor een ander beter is om nog maar even thuis te blijven. Bij elkaar heb ik dat zo'n 25 jaar naast de huisartsenpraktijk gedaan. Het is niet alleen leuk en zinnig werk, maar ik had ook fijne collega's en ik heb er ervaring opgedaan met management en organisatie wat ik ook weer kon toepassen in onze eigen praktijk."

Medisch Centrum

"Waar ik enorm blij mee ben is het Medisch Centrum, we werken nu sinds ruim vijf jaar met alle eerstelijns collega's in één gebouw; geweldig! Het komt de samenwerking ten goede. In onze praktijk werken we inmiddels met acht parttime medewerkers; ook dat is heel anders dan vroeger. Toen hadden we één assistente en werkte de dokter fulltime. Overigens heb ík nooit fulltime gewerkt, altijd maar drie of vier dagen. Ik ben wel altijd blijven werken. Ook toen we kleine kinderen hadden. Alleen na het overlijden van onze dochter vorig jaar ben ik er even uit geweest ...". Hoewel het haar zonder twijfel heel diep heeft geraakt, gaat Dubois ogenschijnlijk rustig verder; tenslotte gaat dit verhaal over haar werkzame leven en daar wil ze zich duidelijk toe beperken. "We waren in Nieuw-Zeeland en moesten halsoverkop terug toen ze opeens heel ernstig ziek werd … Maar na enige tijd ben ik wel weer aan het werk gegaan. Dat heeft me ook geholpen. Ik wil stoppen met werken niet gekoppeld laten zijn aan het overlijden van onze dochter. Ik wil straks gewoon kunnen stoppen met het werk op de praktijk als ik vind dat het daar de tijd voor is.

Stoppen

"En dat is zo ongeveer nu. Sietze is in 2018 met pensioen gegaan en ik zie dat hij zijn draai gevonden heeft. Ik ben op 25 juli 1980, afgelopen week dus, 40 jaar geleden officieel arts geworden; ik werk nu bijna 40 jaar en vind dat het nu zo ongeveer tijd wordt om een opvolger te zoeken."

Dubois splitst de jaren dat ze hier in Oudewater als huisarts werkte op in de acht jaar dat zij werkte in de praktijk van toen Haverkamp en Ypma en de ruim 26 jaar daarna samen met haar man Sietze. De splitsing van die praktijk destijds was een emotionele periode. En vanaf 2018 is Cathrien Raedts haar nieuwe duocollega.

"We hebben nu een advertentie geplaatst om volgend jaar voor mij in de plaats iemand anders te vinden." Dokter Dubois heeft wel een datum in haar hoofd, maar dat zou in verband met het aantrekken van een vervanger nog best eens anders kunnen uitpakken; ze blijkt in dat stoppen flexibel genoeg. Wordt het wat later, dan wordt het wat later.

Receptie

Voor de patiënten wil ze wel graag een afscheid organiseren, want met vele heeft ze een jarenlange band opgebouwd: "Maar ja, als je geen handen mag schudden, wordt het toch lastig." Wanneer en hoe dat afscheid vorm krijgt, zullen haar patiënten ongetwijfeld nog wel te horen krijgen. Maar voor daarna, als ze dan echt gestopt is, heeft ze wel plannen, maar wil ook rustig kijken wat er op haar af komt: "Ik wil wel wat meer gaan sporten. We vinden bijvoorbeeld golfen en tennissen alle twee heel leuk en ik werk ook graag in de tuin, maar ik heb ook iets met kunst- en cultuurgeschiedenis. En dan ben ook nog lid van de Rotaryclub Lopikerwaard, waaraan allerlei activiteiten gekoppeld zijn. Er liggen dus uitdagingen genoeg op me te wachten. Nu heb ik een bepaald leef- en werkpatroon en ik wil straks ook wel graag een soort ritme hebben, maar dat lukt vast wel." Iemand die zo gedreven en betrokken is en bij wie zowel hart, hoofd als handen een rol spelen zal dat ongetwijfeld wel goed komen.

Team Puzzelpoezen.
Puzzelkampioenschap in Dorpshuis De Vaart 2 uur geleden
Afbeelding
Bianca Tettero en de ReadShop 3 uur geleden
Suzanne Pruijssers vertelt de vele aanwezigen over de Palliatieve zorg.
Zorg rondom levenseinde bespreekbaar maken 4 uur geleden
Afbeelding
Kruiswegviering 4 uur geleden
Afbeelding
Open Dag bij SVO met Christian Haasjes 5 uur geleden
Afbeelding
Boomband spijkeren 8 uur geleden
Afbeelding
Kruiswegviering 10 uur geleden
Afbeelding
Oud IJzer actie Ons Genoegen 13 uur geleden